er zwermt een microrevolutie in de meisjes rond

je voelt haar - koestert en voedt haar
de revolutie groeit daar, woekert,
klauwt, een weg naar buiten
de revolutie is een klokkenluider
en ze is: ontembaar

ze heeft nog geen stem maar toch
zwermt er een microrevolutie in het niet meer intrekken van buiken
in bed- of badplaatsen rond
en ze wacht daar. op kleine tekenen
om zichzelf mee te ontketenen één teken kan een cyclus doorbreken – wacht maar

er breekt een cyclus bij het drinken van calorierijke iceteas
er breekt een cyclus bij het niet-dromen van modellenlijven uit de nineties samen
met de cyclus breekt het weegschaalglas
en er stroomt een microrevolutie uit
en ze neemt je hand vast

ze is bang nu
voor het zwarte gat van het eindeloze zoeken
naar hoe je haar meisjes vindt in geschiedenisboeken
bang nu
dat het gat transcendenteert nu
op de lichamen van nieuwe meisjes teert nu
van binnenuit doorgaat voor esthetiek – ze ziet het met lede ogen aan
maar hier is geen ruimte voor verdriet
hier is slechts ruimte

voor het zachte niets
en de leegtes
die zich achter de huiden van haar dochters haken, ze zeggen:
het is tijd voor een hongerstaking
de microrevolutie raast luid maar niet doeltreffend - bang nu
dat Eva’s schuld nog altijd niet is vereffend
dat de erfzonde nu geïnternaliseerd
en bevestigd wordt

en er is geen inquisitie nodig om het lichaam te verbrijzelen nu, ze weet
dat haar dochters zichzelf al doen verdwijnen nu

net als bij ons is ze altijd al monster geweest, haar namen
heks
medusa
feeks
sijpelen door haar lichaam vinden hun weg naar haar geest
en ze leert me:

je lichaam is als vrijplaats geboren
zo wordt een lichaam publieke ruimte
zo kan ook publieke ruimte worden gestolen
mijn lichaam zal nooit een optelsom zijn van
been
buik
hand
mijn lichaam is een land-
verrader.

mijn lichaam is een pantoffelheld.
mijn lichaam is het mijne niet,
mijn lichaam is een mijnenveld.
mijn lichaam is van verbazend weinig belang,
mijn lichaam is een vonnis,
is levenslang, mijn lichaam is een opslagplaats
voor alle bange lange tochten naar huis, in mijn lichaam zit een microrevolutie
ze drukt tegen mijn huid,
ze fluistert:

dat mijn lichaam niet het eerste is mijn lichaam niet het laatste is
mijn lichaam slechts een schakel is
een zoveelste verhaallijn is, een zoveelste gevecht.

ze zegt: zet je recht
ze zegt: kom op krachten
ze zegt: dat mijn lichaam een zegen is
zolang het werkt


en daar zwermt een microrevolutie in de meisjes rond.

je voelt haar - koestert en voedt haar
de revolutie groeit daar, woekert,
klauwt, een weg naar buiten
de revolutie is een klokkenluider
en ze is: ontembaar.